Ik heb iedere week rijles en het ging deze week heel goed. Wat een verademing, want ik had voorgaande weken gewoon niet het gevoel dat ik progressie maakte. Dat is een naar gevoel. Maar deze week ging het goed en mijn zelfvertrouwen was een beetje opgekrikt. Ik ben overigens bijna 30, maar dankzij een chronische aandoening ben ik later gaan lessen. Mijn oma was 70 toen ze rijlessen ging volgen, er is hoop voor mij 🙂
Maar ik doe er wat langer over, langer dan de gemiddelde 40 lessen. Het lijkt alsof er niets belangrijkers bestaat dan binnen die marge te blijven.

Irritante uitspraken als je nog rijles hebt (met automaat-bonus!)

1. 1. 1. ‘Hoe gaat het met je rijles?’ Deze hoor ik het vaakst, het liefst net in een week dat het niet zo goed ging. Ik antwoord meestal met een ‘Mwah, gaat wel’ (klinkt beter dan ‘Het ging niet zo goed’). Het gesprek is wel gauw voorbij, want mensen verwachten niet dat je erover door wilt praten.
      2. ‘Ik deed er [mooi getal] lessen over.’ Heel fijn, maar jij bent niet de standaard. Ik ben geen natuurtalent en dat weet ik. De meeste mensen die dit zeggen, rijden vaak heel gevaarlijk. En dat wil ik écht niet!
      3. ‘Je bent al anderhalf jaar aan het lessen. Wordt het niet tijd om je rijbewijs te halen?’ Ik ga alleen de weg op als het veilig is. En als ik er genoeg vertrouwen in heb. Als ik me er niet goed over voel, weet ik gewoon dat ik niet de weg op durf. Met rijangst ben je verder van huis. Daarnaast heb ik niet iedere week les; mijn rijinstructeur gaat ook wel eens op vakantie (en ik ook, dat loopt nooit synchroon).
      4. ‘Haha, lesauto’s haal ik altijd in!’ of ‘Bij lesauto’s ga ik altijd bumperkleven.’ Grapjas, dat kan soms voor gevaarlijke situaties zorgen. Ik ben al vaak genoeg ingehaald (het liefst over het verdrijvingsvlak) door mensen die vonden dat ik te traag reed. De rijinstructeur adviseert altijd om iets boven de maximumsnelheid te rijden (53 in plaats van 50), zodat je minder wordt ingehaald en er voor minder gevaarlijke situaties wordt gezorgd. Ik kan dit soort stoerdoenerij niet zo waarderen, want je hebt zelf ook in een lesauto gezeten.
      5. ‘Had je beter niet op je achttiende kunnen lessen?’ Hell no, ik mocht vanwege medische redenen niet rijden. Ik durfde toen niet eens een proefles te nemen, omdat ik bang was dat ik het nooit zou kunnen.
      6. ‘Je kunt nog altijd in een brommobiel gaan rijden.’ Oh, maar dat is niet wat ík wil. Er is niets mis met een brommobiel, maar als ik alleen in de stad wil rijden, gebruik ik de fiets wel.
      7. ‘Oh, maar [naam beruchte rijschool] helpt iedereen aan een rijbewijs!’ En juist van die rijschool komen de meeste leerlingen met roadrage en asogedrag. Nee dank je, mijn huidige rijschool bevalt me prima, ik weet precies wat ik aan mijn rijinstructeur heb.
      8. ‘Waarom ga je in deze tijd je rijbewijs halen als er straks zelfrijdende auto’s zijn?’ Lieve schat, heb je de krant wel eens opengeslagen? Dan weet je dat de techniek nog lang niet uitontwikkeld is. En dat je nog steeds verkeersinzicht moet hebben om daar veilig in te rijden. En het winnende lot in de loterij.
      9. ‘Mensen die er meer dan [standaard getal] lessen over doen zouden van mij niet meer de weg op mogen.’ Mooi dat jij dan niet de regels bepaalt. Sommige mensen doen er gewoon langer over, omdat hun zelfvertrouwen en assertiviteit moet groeien.
      10. ‘Het is niet erg om een keer voor je theorie te zakken. Bijna niemand haalt zijn theorie in één keer.’ Leuk, maar ik haal mijn theorie-examen toch liever in één keer. Dat kost mij minder tijd en geld. Ik leer liever één keer goed!
      11. AUTOMAATBONUS: ‘Oh, je kunt zeker niet schakelen?’ Dat kan ik wél; ik heb het een jaar gedaan, maar het kostte me teveel energie. Aandacht verdelen is voor mij af en toe moeilijk. Ik wil daar niet op vastlopen; de automaat maakt het makkelijker, omdat er een serie aan handelingen wegvalt. Er zijn meer mensen die hier op vastlopen, maar er niet over peinzen om in een automaat te rijden.
      12. AUTOMAATBONUS:’Automaat is voor oudere mensen en mensen die niet kunnen rijden.’ Deze uitspraak is giftig, want het manuele schakelen wordt als iets heiligs beschouwd. Sommige mensen zijn gewoon veiliger op de weg als ze in een automaat rijden, omdat ze zich meer kunnen focussen op anderen in het verkeer. En er zijn mensen met een lichamelijke handicap, die tóch kunnen rijden dankzij een automatische transmissie.

Maak jij je ook wel eens schuldig aan deze uitspraken? Of hoorde jij ze ook toen je nog rijlessen kreeg?