Site pictogram Mevrouw Tok

10 ergernissen van fietsers

fietsen

Fietsen is gezond. En ook noodzakelijk als je (nog) geen rijbewijs hebt. Die gezonde buitenlucht, fluitende vogeltjes… Klinkt bijna ideaal, toch? Ik ken genoeg mensen die een fiets hebben voor als hun auto naar de garage is. Maar het liefst laten ze zich door hun partner brengen. Ik ook stiekem. Maar ja, dat is niet altijd mogelijk. Hier, 10 ergernissen van fietsers, geschreven nadat ik druipnat thuis was gekomen…

10 ergernissen van fietsers

  1. Altijd als je ergens moet zijn, is dat net in het tijdvak waarin het gaat regenen. Of sneeuwen. Ideaal om een nat pak te krijgen. En een weerstand waar je u tegen zegt.
  2. In de stad vinden veel voetgangers het nodig om tóch nog even op het laatste moment over te steken. Het gevolg daarvan is dat jij mooi in de ankers moet en een scheldpartij krijgt als je niet uit kan wijken (ik heb één keer excuses gekregen, omdat ze wist dat ze fout zat). Je schrikt je kapot!
  3. Automobilisten die niet laten weten wat ze gaan doen. Dit is overigens ook heel irritant voor mede-automobilisten. Ik zie het niet aankomen als jij opeens afslaat zonder snelheid te minderen of richting aan te geven!
  4. Automobilisten die het leuk vinden om hard door de plassen te gaan rijden als er iemand naast ze fietst. Ik ken meerdere mensen die het doen (zij fietsen nooit), maar ik vind het een rotstreek. Op weg naar de middelbare school gebeurde het regelmatig, waardoor ik kleddernat op school kwam. En met een regenpak ben je goed bewapend tegen dit soort rottigheid, het wordt pas vervelend als het niet meer regent en de plassen er nog liggen… En in Engeland krijg je hier gewoon een boete voor.
  5. Als je een afspraak hebt van 5 minuten, maar waarvoor je 10 kilometer (of meer) moet fietsen. Je kan niet eens op adem komen!
  6. Bestuurders die haaientanden niet begrijpen. Iedereen maakt wel eens een foutje, maar hallo, ik had voorrang!
  7. Als je licht het opeens niet meer doet. Meestal heb ik een reservelampje mee, maar ook niet altijd. Ik heb ooit net voor mijn dertigste verjaardag om batterijen moeten bedelen bij mijn ouders. Laatst gebeurde het gelukkig ook een keer bij mijn vrouw, die ouder is dan ik. Maar ik had wel een reservelampje voor haar bij me!
  8. De weg kwijt zijn. Ik ben een ramp met navigeren. Mijn rijlesinstructeur zei dat zij zelfs slechter navigeerde dan ik. Ik geloofde er niets van; zelfkennis is een groot goed. Ik raak zelfs in mijn eigen huis de weg kwijt. En ik hou van smartphones, want als navigatie zijn ze ideaal.
  9. Je kunt zo weinig meenemen! Ik ben enkele keren verhuisd op de fiets. Ik heb de Kerstboom gesleept achter de fiets. En de Kerstballen die ik naar mijn vriendin (nu mijn vrouw) meenam, waren hét recept om een gesprek te beginnen. We zijn wel eens op fietsvakantie geweest naar Limburg; gelukkig hoefden we geen tent mee te nemen, anders waren we afhankelijk van een aanhanger.
  10. Héél veel fietsen en zó weinig fietsenstalling. Vooral tijdens het uitgaan is dit een ramp.

Wat is jouw grootste ergernis op de fiets? Staat hij ertussen?

Mobiele versie afsluiten